Was de provincie Gelderland een persoon, dan stond ze op nummer 2 in de Quote 500. Ver achter Charlene de Carvalho-Heineken, die 12,5 miljard euro bezit. Dat wel. Maar met een vermogen van 4.424.860.000 euro is Gelderland rijker dan Frits Goldschmeding, de oprichter van Randstad Uitzendbureau die zich met 4,3 miljard tevreden moet stellen. 

Opmerkelijk genoeg werd de provincie in het afgelopen jaar juist weer een beetje rijker. Het eigen vermogen steeg met 84 miljoen euro. Dat is niet de bedoeling. Want de provincie wil het liefst Gelderland een beetje welvarender maken, met het geld van Nuon. 

Hoe geef je het uit?

Het was een cultuurshock in 2009, toen Nuon werd verkocht aan het Zweedse Vattenfall voor 10 miljard euro. Ineens kreeg een regionale overheid de beschikking over 4,4 miljard euro. Er werden externe vermogensbeheerders ingehuurd, die het geld belegden. Een groot deel (1,8 miljard) zit in buitenlandse staats- en bankobligaties. Meer dan 2 miljard is ondergebracht bij het ministerie van Financiën. Gelderland wilde geen naïeve belegger zijn, na het Icesave-debacle van de provincie Zuid-Holland. Dat is tot dusver ook niet gebeurd.

De grote vraag is sinds 2009: hoe geef je dat geld zorgvuldig uit? Hoe zorg je dat je niet te streng bent en niet te vrijgevig? Dat blijkt lastig: het geld stapelt zich jaar na jaar op in reserves: er is wel een bestemming voor, maar het geld kan door allerlei vertragingen niet worden uitgegeven. Met als belangrijkste voorbeeld de doortrekking van de A15, waar de provincie al twaalf jaar lang ruim 400 miljoen euro voor heeft klaarliggen. 

Tik op de vingers

De weg zou er eerst liggen in 2015, toen in 2019 en volgens de laatste schattingen zal het zeker 2023 worden. Daarnaast klagen instellingen die – vaak kleine – subsidies aanvragen dat de provincie te streng is. Wie een foutje maakt op een subsidieformulier, krijgt een tik op de vingers: minder subsidie! 

,,Dat is de Gelderse paradox’’, zegt Bert Komdeur (CDA). ,,Je hebt geld genoeg, maar slaagt er niet in het uit te geven, ook al wil je dat wel.’’ De regels van de provincie zijn te streng, denkt hij. De provincie zou moeten meedenken met aanvragers van subsidie, vindt hij, in plaats van alleen te kijken of de regels goed gevolgd zijn.

Samenwerken

Peter Kerris (PvdA) ziet een ander probleem: de provincie wil altijd samenwerken met andere overheden, bedrijven, of scholen. Die zijn meestal niet zo rijk als de provincie. ,,En als zij er geen geld voor hebben, bepalen zij het tempo. Dat kun je veranderen, door zelf dan maar wat meer geld op tafel te leggen. En soms doet de provincie dat ook.’’

Externe deskundigen vinden dat maar een deel van het verhaal. Zij werpen een veel fundamentelere vraag op: is het eigenlijk wel goed dat een regionale overheid, met betrekkelijk weinig taken, zoveel geld te besteden heeft?  Maarten Allers, directeur van het onderzoeksinstituut COELO, vindt van niet. En econoom Eelke de Jong vindt dat de provincie duidelijke keuzes moet maken. 

,,Bedenk projecten waar echt behoefte aan is of waar men (een deel van) de provincie echt voor een lange termijn mee op de kaart kan zetten. Investeer het geld daar in. Probeer niet om het geld over verschillende projecten te verdelen.’’

Heldere keuzes

In het provinciehuis knikt iedereen instemmend bij die woorden. Heldere keuzes, geen gemier met kleine bedragen – dat moet de koers zijn. Toch is de werkelijkheid anders. Wie de begrotingen van de provincie door de jaren heen bekijkt, ziet een wirwar van bedragen: 3 miljoen voor de Hoge Veluwe, 5 miljoen voor het Airborne Museum, 2 miljoen voor de Eusebiuskerk, 3 miljoen voor paleis Het Loo, 1,7 miljoen voor de glastuinbouw, 2,8 miljoen voor de Dorpensingel, 1 miljoen voor een snelfietspad. En ga zo maar door. 

,,Ik weet niet of we zo blij zouden zijn geworden van die grote gebaren’’, zegt Kerris. ,,Neem dat plan voor die haven in Arnhem. Aan de andere kant: als ik de plannen van Arnhem en Nijmegen bekijk waar de provincie aan meebetaalt, lijkt het wel een verzameling losse voorstellen waar een nietje doorheen geslagen is. Daar moeten we volgend jaar bij de evaluatie echt kritisch naar kijken.’’

Bron: de Gelderlander